maandag 3 november 2014

Tarrafal, mijn appartement en haar rariteiten

De dag na mijn aankomst in Praia, staat Fabrice , mijn trouwe taxichauffeur , me op tijd en in een blinkende auto op te wachten voor een 2 uur durende tocht door de bergen en de valleien, door onherbergzame  wegen en verlaten dorpen naar mijn eindpunt  Tarrafal.

Hier verloor ik vorige zomer mijn hart, hier wil ik terug naartoe.
Tarrafal is een vissersdorpje helemaal ten noorden van het Ilha De Santiago, met een paar mooie witte stranden , steile rotsformaties, surfspots en voor de rest ... NIETS.




Hier valt, naast het vissersgebeuren, echt weinig tot niets te beleven. De kunst van het niets doen. Het is niet een ieder gegeven, maar hier zijn ze er heel bedreven in. Ik sta steeds vol bewondering te kijken naar deze mensen die heel de dag niets kunnen doen; en dit zonder enige vorm van verveling of frustratie.


Ik voel nog snel eens aan mijn loodzware bagage gevuld met boeken en schrijfmateriaal. Oef, ik heb ze nog.

 Ik huur een verdieping van een groter huis dat behoort tot een Parijse Creoolse groottante. Haar zus woont op het gelijkvloers met haar 6/7/8 (?) kinderen en 1/2/3 (?) kleinkinderen. Elke keer zie ik nieuwe gezichten, nieuwe snotneusjes, en hoor ik nieuwe babykreten. Ik heb geen idee hoeveel ze nu in totaal daar wonen.

Mijn appartementje bestaat uit een sombere living die ik niet gebruik, een kamer, 1 keuken zonder werkend licht en 2 badkamers. Waarom 2 badkamers? Ik heb me suf gezocht achter een mogelijke verklaring voor deze luxe, maar mijn theorie is de volgende: gezien de schaarste aan water en de mathematische spreiding  van risico door vermenigvuldiging, denk ik dat de bouwers er van uit gingen dat hoe meer kranen ze plaatsten, hoe groter de kans bestond dat er effectief water door een van haar leidingen zou stromen... of zoiets...
Het is dus elke ochtend en avond van de ene badkamer naar de andere lopen voor een werkend toilet, een douche met water, of een lopende kraan.

Ook het kapotte licht in de keuken deert niet, daar ik door mijn landlady telkens weer word verwend door lokale specialiteiten uit eigen keuken : nu eens een bordje maiskolven, dan weer een kom ontbijtcouscous met verse melk, (recept volgt later) of wat rijst met groenten. Telkens met een even grote glimlach en een andere peuter op de arm. Na een paar dagen slaag ik er toch in om met haar enkele woorden uit te wisselen.



Aan de overkant is er een bar (lees een eetkamer met drankgelegenheid) en tv. De bewoners van de straat nemen ‘s avonds hun stoel en zetelen zich gezamenlijk voor de enige tv van de straat.

Wanneer daar de elektriciteit uitvalt, komen de jongens aan mijn balkon vragen of ze mogen aftappen vanuit mijn badkamer  zodat ze beneden toch kunnen verder kijken naar hun plaatselijk entertainment.

In ruil hiervoor klimt er steeds een behendige lenige jongeman gewillig over mijn balkon wanneer  ik weer de deur in het slot heb laten vallen van de grote ijzeren deur op de benedenverdieping die toegang geeft tot de trap naar de andere verdiepingen waaronder de mijne.  Het slot waarvan de sleutel al jaren onvindbaar is en een kopie maken niet tot de opties behoort.

Zij klimmen en openen de deur, zij mogen aftappen..; We hebben een eerlijke deal, lijkt me. Onbesproken maar daarom niet bestaand.

 Aan een wekker heb je hier ook geen boodschap. Voor het ontluiken van de eerste zonnestralen word je willens of niet gewekt door een luid gekakel van concurrende kemphanen die om ter luidst de dag en de vrouwelijke specimen op de naburige daken begroeten.

Hier ben ik jullie  misschien een woordje uitleg verschuldigd: menig Kaapverdiër hangt deels af voor zijn dagelijkse voeding van eigen kweek van groenten, bonen en dieren (varkens, kippen, geiten, hanen,...).
Hiervoor bewerken ze meestal een stukje grond buiten het dorp. Enkelingen beschikken echter niet over dit extra stukje grond maar behouden zich toch het recht om dieren te houden.

In het dorp is dit echter niet overal toegelaten, zeker niet in het centralere gedeelte.  Om die reden, houdt de Kaapverdiër zonder lap grond zijn dieren op het dak van zijn huis, clandestien, door iedereen geweten en gehoord, maar werkelijk en zonder risico van boete of andere politieactie. Die hebben het te druk met het versieren van de lokale bloemetjes of de nieuwe toeristicas.


Geen haan die er om kraait dus, alleen de mijne dan aan mijn raam, elke ochtend bij het apegapen...


Slaapwel allemaal!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten