Santo Antao
Het tweede
grootste eiland van Cabo Verde, het meest westelijke en volgens velen het mooiste.
Dit eiland bestaat
uit landschappen van grimmige rotsen en bergen waartussen groene valleien
bewerkt en beplant worden met rietsuiker, bananen en papayabomen. Het is de bakermat van
de grogg (de locale rum), de fruitconfituur en de geitenkaas.
Wilde
kliffen uitgehouwen door het botsen van
kolvende zeegolven en de hevige
wind maken van dit ruwe eiland een paradijs voor wandelaars en trekkers.
Vanuit San
Vicente vaart 2 keer per dag een ferry heen en weer, en dit in 3 kwartier.
Aude, die
afkomstig is uit Alzace, en tevens een zeer getrainde bergwandelaarster , heeft
me overhaald om 3 dagen met haar mee te gaan hiken.
Na een week
in Mindelo heb ik wel zin in enige afwisseling.
We nemen de
ferry om 08h00 ‘ s morgens. Ik ben aangenaam verrast om vast te stellen dat de
ferry stipt op tijd vertrekt, naar mijn ervaring het eerste en enige
vervoermiddel in heel Cabo Verde dat hier in slaagt.
We zijn
duidelijk niet alleen want de boot vult zich met wandelaars uitgedost in
typische grijs groene ritsbroeken, even grauwe wandelschoenen waarin witte
sokken blinken, een beige top of hemd, wandelstokken bij de hand, rugzak op de
rug en hoed op het hoofd. Ik kijk rond
en stel vast dat iedereen ditzelfde spuuglelijke vormloze en sexloze uniform
draagt.
Hier loop
ik dan, op mijn afgesleten sletsen, mijn afgeknipte jeans en marinetop. Rond
mijn zwakke knie heb ik al bij voorbaat een oude t shirt gebonden ter ondersteuning
en versteviging. De tochten beloven
zwaar te worden.
De
schoonheid en de wildernis van het
eiland is adembenemend. We wandelen langs kleine dorpjes waar plaatselijke
boeren ons hun eigen brouwsels met enige trots laten proeven en aanschouwen
metershoge kliffen die als muren voor ons verschijnen en waar we vol verbazing
huizen en kleine gemeenschappen treffen, metershoog, gevaarlijk stijl. Het is onbegrijpbaar hoe ze op dergelijke
onherbergzame plaatsen in slagen om huizen en hele dorpen te bouwen en te
bevoorraden.
Mijn stijve en stramme spieren verraden mijn
leeftijd tegenover de 10 jaar jongere Aude. Met haar lange getrainde bergbenen
dartelt zij als een speelse berggeit door de landschappen. Ondanks mijn
sportieve aard, moet ik toegeven dat ik op sommige momenten erg diep moet gaan
om haar te kunnen volgen. Ik herken in haar nederig mijn meerdere, vast en zeker.
De tweede
avond, terwijl ik een klein kamertje bij een oud vrouwtje heb gevonden voor de
nacht, gaat Aude op zoek naar een gratis plaats om haar hangmat te hangen.
Ze
vind deze op het dak van een vriendelijk familiepension. Haar vakantiebudget
heeft ze al te ver opgesoupeerd en 2 nachten betalend slapen wil ze niet.
Voor deze groep
jonge wereldreizigers is elke euro belangrijk en wordt er enkel goedkoop
gegeten en gratis overnacht op stranden of onder de open hemel van de
valleien.
Die tijd is voor mij voorbij.
Geef mij dan toch maar een douche en een zacht bedje na een hele dag zweten en
zwoegen onder de blakke zon in de wildernis van het eiland. Opnieuw merk ik dat
mijn twintiger jaren toch al even achter de rug zijn.
In
afwachting van de gezamenlijke maaltijd, halen een aantal jongeren hun gitaren
boven. Binnen de kortste keren komen toevallige voorbijgangers onze groep
vervoegen met eigen instrumenten en plots ontstaat er op straat een klein
geimproviseerd straatfeest met zang, hapjes en drank. De ene speelt, de andere
klapt, de buurman schenkt ons zijn wijn in terwijl de achterbuurvrouw haar
visbeignets met enige trots aanbiedt.
We lachen,
zingen, eten en drinken ons vrolijk de vroege avond in. Onze gastvrouw schotelt
ons een fantastisch maal voor met rijst, groenten, gebakken bananen, gegrillde
gemarineerde vis, kool, … Het is feest! Er is een overvloed aan eten en iedereen eet
zijn buikje rond.
Die nacht,
terwijl ik al een paar uur lig te slapen, hoor ik mijn naam in de straat : “
Nathalie … Nathalie…”.
Verbaasd en
half slapend open ik de deur van mijn pensionkamertje en proestend van het
lachen zie ik voor mij een druipende tot op de onderbroek natte Aude, wiens
hangmatnacht werd verstoord door een hevige regenbui. Mijn buik doet zeer van
het lachen vanwege deze komische situatie en ik bied haar de helft van mijn
niet al te grote eenpersoonsbed aan.
De volgende
ochtend voelen mijn spieren aan alsof er een vrachtwagen over heeft gereden. Nu is het aan Aude om me uit te lachen. Als een
oude cowboy die weken op zijn paard heeft gezeten wankel ik door de straten,
stokstijf, stram en krom, bovendien hevig steunend op een stok.
Gelukkig
houden we het vandaag rustig want straks vertrekt de ferry weer naar Mindelo,
waar de kapitein op het droge op ons wacht. Hij heeft tijdens onze trip de tijd
genomen om de boot uit het water te halen om de onderkant te laten behandelen.
Het is ook
de laatste avond van Aude in Cabo Verde, want morgen vertrekt ze met haar
kapitein en bemanning naar de andere kant van de oceaan, een tocht van 3 weken.
Later op het jaar neemt ze het vliegtuig naar Ushuaya om daar hopelijk als
bootsbemanning wat geld te kunnen verdienen.
Voor de
gelegenheid heeft haar kapitein een uitgebreid avondmaal klaargemaakt. Het is
met enige heimwee dat we die avond afscheid nemen van elkaar.
Deze griet
ga ik missen….
Geen opmerkingen:
Een reactie posten