Het is weekend. Rosy heeft me uitgenodigd om een weekend te gaan camperen in een baai verderop in de bergen, met Evelyn en een 15-tal binken.
Uiteraard heb ik dat mooie aanbod niet geweigerd.
Meeting point om 14h00 bij Rosy.
Gezien tijd hier een heel rekbaar begrip is, maak ik me niet te veel zorgen dat ik een kwartier te laat ben. Gepakt met water, een slaaplaken, warme kledij en toiletgerief vertrek ik naar de plaats waar we met allen hebben afgesproken.
Bij Rosy aangekomen staan er al een paar stoere mannen te wachten, uitgerust met vislijnen, water, rijst en een grote glimlach. De sfeer zit goed. We wachten nog een dik uurtje tot iedereen is verschenen en stappen dan in een aluguer.
Dit is de lokale taxi, met overdekte laadbak waar je achteraan in moet klimmen om vervoerd te worden. Wil je stoppen, fluit je even naar de chauffeur vooraan en deze stopt. Betalen doe je door het geld door te geven via de andere passagiers tot het bij de chauffeur aankomt. De ritten zijn spotgoedkoop en de laadbak is buiten de passagiers meestal volgestampt met grote potten gevuld met vis of vlees, manden vol met fruit en bakken die uitpuilen van de zelfgebakken koekjes, en dit allemaal om te verkopen op de lokale markt. Je zit er steeds lekker knus op elkaar.
Maar weg zijn we.
Na 5 minuten fluit een van de bende. We stoppen bij een huis en wachten geduldig tot hij weer verschijnt met een grote pot vol gemarineerde vis die we ergens een plaats proberen te geven in de al overvolle wagen. Het lukt nog net en we rijden verder.
Vreemd, waarom rijdt de chauffeur deze straat in, terug naar de marktplaats? Dit is niet richting bergen. Hij stopt de wagen even en een andere bink stapt uit. Deze keer moeten we 10 minuten wachten maar hij komt terug met een gigantische legertent, op het hoofd. ªWaar gaan we die nog stekenª, is mijn eerste gedachte. Maar ook dit lukt miraculeus.
En weer rijden we verder, om weer even verder te stoppen op het fluitsignaal van een andere uit de laadbak. De chauffeur begint ongeduldig te worden, merk ik. Hij wil kunnen doorrijden. Deze keer wordt een voetbal het doel van de pitstop.
En zo stoppen we nog minstens 10 keer, voor een ditje, een datje, een zuske en een zo. We hebben ondertussen al 5 keer het dorp rondgereden en zijn al 2 uur maar geen 100 meter verder.
Uiteindelijk lukt het ons toch om echt te vertrekken, de hobbelige weg op, de bergen in.
Na een ritje van 3 kwartier stopt de taxichauffeur en moeten we noodgedwongen uitstappen. de weg is hier te smal en te onvast geworden. De auto kan niet verder. We moeten te voet.
Ik kijk naar al de uitrusting die we net hebben uitgeladen en nu op de grond ligt en tel het aantal handen dat dit allemaal op een onstabiel bergpadje zal moeten dragen. De verhouding zit niet goed, dat zie ik meteen.
Hoe gaan we al dit materiaal mee krijgen.....
Het is nog zeker een uur wandelen naar de campsite en het bergpad gaat steil omhoog en omlaag, is zanderig, slipperig, vol rotsen en onstabiel. We gaan moeten klimmen en glijden, dit wordt geen makkie.
Ik kijk naar mijn schoeisel. Versleten flipflops, die heb ik aan. Slim, Nathalie. Erg slim.
Ook Rosy en Evelyn kijken bedenkelijk naar het landschap voor ons.
Er wordt wat heen en weer gediscussieerd, maar de oplossing is simpel. Onze 15 binken blijken niet alleen erg stoer en knap, maar ook ontzettend sterk en behendig. Ze beladen zichzelf met de loodzware tent, de potten, de dozen, de flessen,.... op het hoofd.
Ik neem aan elke hand een fles van 5 liter water, mijn schoudertas zit hevig in de weg, maar al glijdend, puffend, klimmend en hijgend bereiken we na een zware tocht dan toch de campeerplaats.
Ik geloof mijn ogen haast niet, het is hier prachtig.
Het is bijna valavond, dus we moeten snel de tent opzetten. Ook dit gebeurt op de lokale gedesorganiseerde chaotische manier.
Iedereen doet mee, iedereen roept wat bevelen door elkaar en we trekken en sleuren aan de touwen, knopen de binnentent vast, steken de pieken in de grond en verstevigen het geheel met grote stenen.
Het weekend kan nu echt beginnen.
En het moet gezegd, dames, We werden in de watten gelegd. Onze 15 mannen hebben gedurende 2 dagen het vuur aangestoken en aangehouden, gekookt en gevist, cuzcuz en rijst gemaakt.
Niets kwamen we te kort.
Met muziek op de achtergrond, spelen in de golven van de zee, of met een boek naast de tent, languit op een handdoek, met steeds een buik vol lekkers.
Ik kijk naar de sterren en glimlach....
Geen opmerkingen:
Een reactie posten