Vast
Heb je ooit al het gevoel gehad dat je ergens
vast zat ? Ik
bedoel hierbij niet de figuurlijke hersenpijniging wanneer een probleem niet
meteen met een oplossing van tafel kan worden geveegd.
Neen, in de letterlijke betekenis van het
woord, nl je bent ergens en je kan er met de beste wil van de wereld door geen
enkel transportmiddel op geen enkele manier vertrekken. Je
wil weg, maar je kan niet. Je zit vast.
Dit is wat
me nu overkomt. Geketend door
omstandigheden aan deze stad, dit eiland waar de grenzen steeds dichter op me
afkomen, waar buiten de stad geen leven is. Beklemmend en benauwend, als een strop die je nek steeds dichter
toenijpt…
Misschien
moet ik wat meer uitleg geven.
Ik zit op
dit ogenblik nog steeds in Mindelo. Te wachten.
Te wachten
op een vliegtuig dat niet vertrekt, een boot die niet aankomt, een levering die
niet wordt uitgevoerd.
Door
omstandigheden die op dit ogenblik nog niet duidelijk zijn, is de door de kapitein bestelde annex met motor nog niet
tot in de haven geraakt en is het elke dag over zee turen naar dat ene
zeilschip dat ons kan verlossen van onze verveling.
Alle boeken
die ik heb meegenomen zijn ondertussen uitgelezen, elk hoekje van de boot ken
ik op de tast, elke bedelaar kent me al
bij naam.
Ik wil hier weg, dat is duidelijk, terug naar
Tarrafal, mijn huidige woonplaats waar mijn hond en roommate nog steeds op me
wachten.
Mijn kleine puppy die
dringend naar de hoofdstad moet voor de nodige vaccinaties en reisdocumenten. Haar buikje is naar verluid dik en
gezwollen, ik vermoed wormen. Iets wat je hier in elke apotheek kan kopen, iets
wat je in Cabo Verde enkel na een rit van 2 uur in de hoofdstad kan kopen. Ver
weg, op dat andere eiland.
“ Waarom
neem je niet het vliegtuig Nath?”, hoor ik jullie denken.” Dan ben je er toch
binnen het uur ? »
Dat zou ik
inderdaad kunnen, was het niet dat dit
weekend de vulkaan op het naburige eiland Fogo is uitgebarsten, en dat de
eruptie van dien aard is dat het hele eiland ondertussen werd geëvacueerd en de
stofwolk het hele luchtruim al meerdere dagen gijzelt.
Gegijzeld,
op een klein eiland. Geen zeilboot die
me heen kan varen, geen vliegtuig dat me kan vervoeren, geen cargoboot dat voor
5 december uitvaart….
“Nathalie, Nathalie,
help me!!!. Jair, onze hulp aan boot roept moord en brand.
Ik spurt
uit de cabine en tref de hulpeloze
stakker aan met zijn haren en gezicht bedekt met schuim.
Ik kan mijn
lach niet meer inhouden. Arme Jair is blijkbaar iets te kwistig geweest met de
shampoo en loopt nu met half blinde, prikkende ogen op het dek op zoek naar
water om zich van zijn eigen gijzeling te verlossen.
Soms denk ik dat hij me epress met zijn kuren probeert
te entertainen om de tijd te doden. Of is hij echt zo onhandig op sommige
momenten?
Ik hoor
gelach aan de andere kant van de boot. Het zijn Fredo en Benjamin van de
naburige boot. Deze stoere nachtbrakers hebben we blijkbaar met ons shampoo-incident
uit hun middagslaap gewekt.
“Kom Nath,
we nemen je mee, Fredo gaat aan de straatkinderen die we deze nacht hebben
ontmoet, zwemles geven en daarna gaan we samen visnetten herstellen en hopelijk
een visje vangen”, roept Benjamin me toe.
Ach, wat
zit ik te klagen. Manana….