dinsdag 25 november 2014

Vast

Vast

Heb je ooit al het gevoel gehad dat je ergens vast zat ? Ik bedoel hierbij niet de figuurlijke hersenpijniging wanneer een probleem niet meteen met een oplossing van tafel kan worden geveegd.

 Neen, in de letterlijke betekenis van het woord, nl je bent ergens en je kan er met de beste wil van de wereld door geen enkel transportmiddel op geen enkele manier vertrekken. Je wil weg, maar je kan niet. Je zit vast.

Dit is wat me nu overkomt.  Geketend door omstandigheden aan deze stad, dit eiland waar de grenzen steeds dichter op me afkomen, waar buiten de stad geen leven is. Beklemmend en benauwend, als een strop die je nek steeds dichter toenijpt…

Misschien moet ik wat meer uitleg geven.

Ik zit op dit ogenblik nog steeds in Mindelo. Te wachten.

Te wachten op een vliegtuig dat niet vertrekt, een boot die niet aankomt, een levering die niet wordt uitgevoerd. 

Door omstandigheden die op dit ogenblik nog niet duidelijk zijn, is de door de  kapitein bestelde annex met motor nog niet tot in de haven geraakt en is het elke dag over zee turen naar dat ene zeilschip dat ons kan verlossen van onze verveling.  

Alle boeken die ik heb meegenomen zijn ondertussen uitgelezen, elk hoekje van de boot ken ik op de tast,  elke bedelaar kent me al bij naam.

 Ik wil hier weg, dat is duidelijk, terug naar Tarrafal, mijn huidige woonplaats waar mijn hond en roommate nog steeds op me wachten.

 Mijn kleine puppy die dringend naar de hoofdstad moet voor de nodige vaccinaties en reisdocumenten. Haar buikje is naar verluid dik en gezwollen, ik vermoed wormen. Iets wat je hier in elke apotheek kan kopen, iets wat je in Cabo Verde enkel na een rit van 2 uur in de hoofdstad kan kopen. Ver weg, op dat andere eiland.

“ Waarom neem je niet het vliegtuig Nath?”, hoor ik jullie denken.” Dan ben je er toch binnen het uur ? »
Dat zou ik inderdaad  kunnen, was het niet dat dit weekend de vulkaan op het naburige eiland Fogo is uitgebarsten, en dat de eruptie van dien aard is dat het hele eiland ondertussen werd geëvacueerd en de stofwolk het hele luchtruim al meerdere dagen gijzelt.

Gegijzeld, op een klein eiland.  Geen zeilboot die me heen kan varen, geen vliegtuig dat me kan vervoeren, geen cargoboot dat voor 5 december uitvaart….
  
“Nathalie, Nathalie, help me!!!. Jair, onze hulp aan boot roept moord en brand.
Ik spurt uit de cabine en tref  de hulpeloze stakker aan met zijn haren en gezicht bedekt met schuim.
Ik kan mijn lach niet meer inhouden. Arme Jair is blijkbaar iets te kwistig geweest met de shampoo en loopt nu met half blinde, prikkende ogen op het dek op zoek naar water om zich van zijn eigen gijzeling te verlossen.  

Soms denk ik dat hij me epress met zijn kuren probeert te entertainen om de tijd te doden. Of is hij echt zo onhandig op sommige momenten?

Ik hoor gelach aan de andere kant van de boot. Het zijn Fredo en Benjamin van de naburige boot. Deze stoere nachtbrakers hebben we blijkbaar met ons shampoo-incident uit hun middagslaap gewekt.

“Kom Nath, we nemen je mee, Fredo gaat aan de straatkinderen die we deze nacht hebben ontmoet, zwemles geven en daarna gaan we samen visnetten herstellen en hopelijk een visje vangen”, roept Benjamin me toe.


Ach, wat zit ik te klagen. Manana….

vrijdag 21 november 2014

Santo Antoa

Santo Antao

Het tweede grootste eiland van Cabo Verde, het meest westelijke  en volgens velen het mooiste.
Dit eiland bestaat uit landschappen van grimmige rotsen en bergen waartussen groene valleien bewerkt en beplant worden met rietsuiker, bananen en papayabomen.  Het is de bakermat van de grogg (de locale rum), de fruitconfituur en de geitenkaas.

Wilde kliffen uitgehouwen door het botsen van  kolvende  zeegolven en de hevige wind maken van dit ruwe eiland een paradijs voor wandelaars en trekkers.

Vanuit San Vicente vaart 2 keer per dag een ferry heen en weer, en dit in 3 kwartier.
Aude, die afkomstig is uit Alzace, en tevens een zeer getrainde bergwandelaarster , heeft me overhaald om 3 dagen met haar mee te gaan hiken.






Na een week in Mindelo heb ik wel zin in enige afwisseling.

We nemen de ferry om 08h00 ‘ s morgens. Ik ben aangenaam verrast om vast te stellen dat de ferry stipt op tijd vertrekt, naar mijn ervaring het eerste en enige vervoermiddel in heel Cabo Verde dat hier in slaagt.


We zijn duidelijk niet alleen want de boot vult zich met wandelaars uitgedost in typische grijs groene ritsbroeken, even grauwe wandelschoenen waarin witte sokken blinken, een beige top of hemd, wandelstokken bij de hand, rugzak op de rug en hoed op het hoofd.  Ik kijk rond en stel vast dat iedereen ditzelfde spuuglelijke vormloze en sexloze uniform draagt.

Hier loop ik dan, op mijn afgesleten sletsen, mijn afgeknipte jeans en marinetop. Rond mijn zwakke knie heb ik al bij voorbaat een oude t shirt gebonden ter ondersteuning en versteviging.  De tochten beloven zwaar te worden.

En dat wordt het inderdaad.  5 uur per dag wandelen we tegen een stevig tempo de ene vallei in, de andere berg op, naar het volgende dal, de volgende krater, het volgende vergezicht.

De schoonheid  en de wildernis van het eiland is adembenemend. We wandelen langs kleine dorpjes waar plaatselijke boeren ons hun eigen brouwsels met enige trots laten proeven en aanschouwen metershoge kliffen die als muren voor ons verschijnen en waar we vol verbazing huizen en kleine gemeenschappen treffen, metershoog, gevaarlijk stijl.  Het is onbegrijpbaar hoe ze op dergelijke onherbergzame plaatsen in slagen om huizen en hele dorpen te bouwen en te bevoorraden.







De eerste avond liggen we beiden uitgeteld om 19H00 al te knorren in ons hotelkamertje.  Mijn oude sletsen heb ik noodgedwongen moeten vervangen door nieuwe, de zool helemaal weggesleten tot op de millimeter.

Mijn stijve en stramme spieren verraden mijn leeftijd tegenover de 10 jaar jongere Aude. Met haar lange getrainde bergbenen dartelt zij als een speelse berggeit door de landschappen. Ondanks mijn sportieve aard, moet ik toegeven dat ik op sommige momenten erg diep moet gaan om haar te kunnen volgen. Ik herken in haar nederig mijn meerdere, vast en zeker.

De tweede avond, terwijl ik een klein kamertje bij een oud vrouwtje heb gevonden voor de nacht, gaat Aude op zoek naar een gratis plaats om haar hangmat te hangen.
Ze vind deze op het dak van een vriendelijk familiepension. Haar vakantiebudget heeft ze al te ver opgesoupeerd en 2 nachten betalend slapen wil ze niet.














Terwijl we die avond hongerig op zoek gaan naar een lokaal eethuisje, treffen we een hele bende jonge reizigers die we  eerder in Mindelo hadden ontmoet.  Ze leiden ons naar een piepklein cafeetje waar de hoogzwangere barvrouw ons met veel pleizer een goedkope lokale maaltijd wil bereiden.
Voor deze groep jonge wereldreizigers is elke euro belangrijk en wordt er enkel goedkoop gegeten en gratis overnacht op stranden of onder de open hemel van de valleien.  

Die tijd is voor mij voorbij. Geef mij dan toch maar een douche en een zacht bedje na een hele dag zweten en zwoegen onder de blakke zon in de wildernis van het eiland. Opnieuw merk ik dat mijn twintiger jaren toch al even achter de rug zijn.


In afwachting van de gezamenlijke maaltijd, halen een aantal jongeren hun gitaren boven. Binnen de kortste keren komen toevallige voorbijgangers onze groep vervoegen met eigen instrumenten en plots ontstaat er op straat een klein geimproviseerd straatfeest met zang, hapjes en drank. De ene speelt, de andere klapt, de buurman schenkt ons zijn wijn in terwijl de achterbuurvrouw haar visbeignets met enige trots aanbiedt.
We lachen, zingen, eten en drinken ons vrolijk de vroege avond in. Onze gastvrouw schotelt ons een fantastisch maal voor met rijst, groenten, gebakken bananen, gegrillde gemarineerde vis, kool, …  Het is feest!  Er is een overvloed aan eten en iedereen eet zijn buikje rond.

Die nacht, terwijl ik al een paar uur lig te slapen, hoor ik mijn naam in de straat : “ Nathalie … Nathalie…”.
Verbaasd en half slapend open ik de deur van mijn pensionkamertje en proestend van het lachen zie ik voor mij een druipende tot op de onderbroek natte Aude, wiens hangmatnacht werd verstoord door een hevige regenbui. Mijn buik doet zeer van het lachen vanwege deze komische situatie en ik bied haar de helft van mijn niet al te grote eenpersoonsbed aan.

De volgende ochtend voelen mijn spieren aan alsof er een vrachtwagen over heeft gereden.  Nu is het aan Aude om me uit te lachen. Als een oude cowboy die weken op zijn paard heeft gezeten wankel ik door de straten, stokstijf, stram en krom, bovendien hevig steunend op een stok.


Gelukkig houden we het vandaag rustig want straks vertrekt de ferry weer naar Mindelo, waar de kapitein op het droge op ons wacht. Hij heeft tijdens onze trip de tijd genomen om de boot uit het water te halen om de onderkant te laten behandelen.

Het is ook de laatste avond van Aude in Cabo Verde, want morgen vertrekt ze met haar kapitein en bemanning naar de andere kant van de oceaan, een tocht van 3 weken. Later op het jaar neemt ze het vliegtuig naar Ushuaya om daar hopelijk als bootsbemanning wat geld te kunnen verdienen.
Voor de gelegenheid heeft haar kapitein een uitgebreid avondmaal klaargemaakt. Het is met enige heimwee dat we die avond afscheid nemen van elkaar.





Deze griet ga ik missen….

maandag 17 november 2014

Mindelho, het leven op de zeilboot

Mindelho,

De stad van Cesario Evora, de stad van de muziek en de Saudade.


Hier zong ze destijds in kleine bars om van hieruit aan boord van cruiseschepen het publiek te entertainen met liederen over het gemis van haar eilanden.

MIndelho biedt geen enkele gelijkenis met andere plaatsen die ik bezocht in Cabo Verde. De huizen zijn gebouwd in Portugees-koloniale stijl, de gevels in mooie kleuren beschilderd. Pleintjes met kraampjes en markten vol groenten en fruit fleuren het stadsleven extra op.
En wat zeker opvalt : de huizen zijn hier AF.


Deze opmerking zal je misschien vreemd lijken, maar over het algemeen bouwt de Cabo Verdiaan erg grote huizen, met meerdere verdiepingen, maar zonder dit ooit af te krijgen of af te werken. Het resultaat is bijgevolg een straat, een dorp, een stad vol grijze half afgewerkte gebouwen en bouwwerven.

Mindelho vormt daarentegen een aangenaam contrast.


Ook hier typeert de vriendelijkheid de Cabo Verdiaan : rustig, met de glimlach en met een zekere reserve. Je kan over het algemeen zeggen dat het een heel aangenaam warm volk is met interesse voor wat buiten de eilanden gebeurt zonder al te opdringerig noch luidruchtig te zijn.

De schoonheid van Mindelho beleef je voornamelijk ´s avonds, wanneer de kleine bars hun gasten uitnodigen met life muziek en lekkere hapjes en de locale grogg (hun rum).

Ik leef op de boot, die de kapitein heeft aangemeerd in de marina. We leven tussen de andere zeilboten en catamarrans, de ene al luxueuzer en met meer pracht en praal dan de andere.

We zitten hier op het kruispunt naar de transatlantische overvaart. Hier leerde ik de term "boatstop" kennen.
Zowel jongeren als mensen met wat zeilervaring bieden hun diensten aan als "moes" op een zeilboot in ruil voor een plaatsje om de oceaan over te varen. Deze reis duurt 3 weken.

Het is hier bijgevolg een komen en gaan van avontuurlijke geesten met atypische levenslopen. Elke avond aan de bar worden ervaringen en levensverhalen gedeeld met het glas in de hand.

Het leven op de boot is zeker niet onaangenaam te noemen. Ondanks de kleine slaapruimtes, het weinige comfort en het komen en gaan van jonge avonturiers die enkele nachten in de boot of op het dek een onderdak komen zoeken in afwachting van een mogelijke overvaart, kom ik als passagier niets te kort.


Onze "matroos" Jair , de eeuwig hongerige, heeft de gouden gave om met weinig ingredienten de meeste heerlijke schotels klaar te maken, en dit op een klein vuurtje met 1 pan en 1 pot.



Elke ochtend, terwijl de jongere knapen hun roes nog liggen uit te slapen, ga ik met de kapitein een koffie drinken in een kleine locale bar, de bakermat van wijlen Cesaria Evora. De dienster herkent ons al en schotelt zonder vragen de kapitein zijn dagelijkse sandwich hesp-kaas voor en mijn koffie komt ook steeds met een verse sinaassap.

Oudere dames op de stoep tegenover het cafe roken daar elke ochtend hun pijp.


Na dit ochtendritueel wordt het ontbijt op de boot klaargemaakt voor de wakkere zielen. Vervolgens gaat iedereen zijn eigen weg : knutselen, kuisen, dingen herstellen (wat onontbeerlijk is op een boot), strand, muziekbar, internetcafe... Tot het middagmaal roept met daarna de siesta als zeer goede gewoonte.  de ene speelt gitaar in een hoekje, de ander zingt vrolijk een deuntje mee, er wordt gekaart, gelezen, gedut... het is een moment van aangename rust en bezinning.


Rond 17h00 verklaart de kapitein het officiele begin van de aperotijd als open en het avond- en nachtleven kan beginnen. De mannen maken zich allemaal "bassoff": ze zorgen ervoor dat ze mooi voor de avond komen, geparfumeerd, in fleurige hemden uitgedost, fijn geschoren en hun haren mooi en kort geknipt.
Zoals ik al eerder zei, is de cultus van het lichaam hier heel belangrijk en wordt er onder de mannen veel aandacht besteed aan uiterlijke schoonheid en netheid.

Vandaag staat bij mij op het programma : de was doen van de bemanning (het is en blijft een mannenwereld), een zwemsessie op het strand en vervolgens een uurtje boeklezen. Vanavond worden we uitgenodigd om op een andere boot een vis te gaan grillen. Het leven op de eilanden is eenvoudig en routineus en voor de korte periode dat ik hier verblijf zeker niet onaangenaam, al kan ik me voorstellen dat dit op lange termijn vraagt om meer uitdaging en afwisseling.

Morgen vertrekken Aude (een Francaise op een andere boot die ik in Tarrafal leerde kennen en met wie ik ondertussen een echte vriendschapsband heb opgebouwd) en ik op trekking naar Santo Antao, het naburige eiland. Na 5 dagen in deze stad hebben we beiden nood aan bergen en landerijen, weg van de stadsdrukte: een ferrie zal ons in 45 minuten overzetten naar dit eiland dat volgens velen het mooiste, het groenste en het meest authentieke is.


Normaal zouden we enkel een week in Mindelho blijven, maar de kapitein wacht op een boot uit de Canarische eilanden, die voor hem een kleine motor en annex meebrengt. Blijkbaar vertrok deze man met een paar dagen vertraging en vaart hij alleen en dus enkel overdag. Hij kan dus goed een week onderweg zijn. Tijd dus om de rest van de eilanden wat te verkennen, al moet ik bekennen dat ik mijn kleine Estelle erg mis en verveeld zit tegenover mijn vriendin Evelyn die in Tarrafal voor haar zorgt.

Ik zal haar straks even bellen, zoals ik elke ochtend doe.

Maar nu tijd dus voor de was.

Tot de volgende sessie.

Bon dia!!!













zaterdag 15 november 2014

Met de zeilboot naar Mindelho

tuut tuut tuut
07h00 ´s morgens. De wekker gaat.
Met een half oog kijk ik naar buiten. Het belooft een winderige dag te worden. Vanuit het raam zie ik de takken van de bomen heen en weer wiegen.

Vandaag is het zover, straks vertrek ik naar Mindelho, op Ilha de Sao Vicente op een zeilboot. Een tocht van 24 uur. Snel een schietgebedje in de hoop niet ziek te worden op de boot.

Estelle ligt nog in mijn nek te snurken. Komaan meid. We moeten opstaan. Met de rugzak op de rug, Estelle op mijn ene arm en een koffie in de andere hand vertrek ik richting huis van Evelyn, waar ik mijn kleine puppy voor een week moet achterlaten.

Met gemengde gevoelens en kriebels in de buik neem ik afscheid van mijn vriendin en mijn baby huisdier.

De koffie ligt me zwaar op de maag, ik voel me misselijk. Niet nu, Nath, niet nu....

Op het strand wachten al een aantal passagiers op de kleine motorboot die ons zo meteen aan dek zal brengen.

We springen er enthousiast in en de eerste golven kletsen in onze schoot. De kapitein staat ons al op het dek op te wachten en begroet ons hartelijk.



De kapitein heet Gabriël en is een vrolijke Zwitser van rond de 55. Deze man heeft de hele globe al afgezeild incl. Ushuaya en Cape Horn en startte een aantal jaren geleden een nieuw leven aan de zijde van zijn  nieuwe Franse vrouw in Cabo Verde. Ik weet dat ik bij hem in veilige handen ben.



De bemanning bestaat uit 2 jonge Cabo Verdianen, nl Jair en Frabice. Tijdens de tocht zullen zij zowel de linker-, de rechter- als de boven- en onder- hand van de kapitein moeten zijn.

Buiten mezelf reizen nog een jong Frans koppel mee, en een Franse dertiger die in Centraal-Afrika voor AZG werkt.

We klimmen allen aan boord, het anker wordt gelicht, de zeilen worden gehesen en de tocht kan beginnen.
De andere zeilboten wijven ons vriendelijk uit en ik neem plaats vooraan aan dek. Veilig maar nog steeds misselijk. Ik weet nu al... dit komt niet goed.... dit komt helemaal niet goed.

De zee is ruw vandaag en de golven lijken de kleine zeilboot telkens weer te willen  verslinden. We botsen op en neer en weer op en neer.

De sfeer is onstpannen maar bedeesd. Iedereen houdt zich in uit angst voor wat er eventueel kan komen.

Het landschap en de bergen verdwijnen langzaamaan uit het zicht en na een dik uur bevinden we ons in volle zee. Het is prachtig, maar mijn buik protesteert nog steeds, meer en meer.
Ik probeer me zo stil mogelijk op het dek te houden en focus me op de horizon.

"Focus, Nathalie,... Focus, vooral niet te veel bewegen en focussen".


"Focus, Nathalie,... Focuuuuuuu................"

Helaas, het stemmetje in mijn hoofd verliest de strijd, mijn maag draait zicht om en ik voel dat ik NU moet opstaan om naar de kant van de boot te kruipen wil ik mijn maaginhoud niet op het dek uitspreiden.

En 1....
En 2...

Rust, neen, opnieuw..

En 3 ...

Telkens ik denk weer even op adem te kunnen komen, overvalt een vlaag van misselijk me en moet ik noodgedwongen over de bootkant gaan hangen en overgeven.

Tussendoor probeer ik even te gaan liggen, maar ik krijg het koud.

De wind is hevig en het water van de golven overspoelt telkens weer het dek. Ik ben drijfnat.

Als ik nu eens in de cabine kon gaan liggen, lekker warm.

Een ding heb ik geleerd, in de cabine gaan staan is het ergste dat je kan doen bij zeeziekte, omdat je dan helemaal de horizon verliest.

Toch hunker ik NU naar een warm bedje.

Oh neen, daar gaan we weer

En 4....
En 5...

Ik moet iets doen. Ik wil gaan liggen, Ik wil het warm hebben.

Met de laatste kracht die ik nog heb kruip ik in de zeilboot, op het bedje ...
Alles draait, alles wiegt, alles botst...


En 6....
En 7...

Gelukkig heb ik een zakje bij de hand.

Ik klauter op het bedje en sluit mijn ogen. De golven doen me op en neer en heen en weer op het matras botsen. Onmogelijk om stil te kunnen liggen.

Een grote golf wiegt met het net aan het bed in. Ik klampt me vast aan de touwen en probeer me een "comfortabele" houding te vinden.

 Oef, Hier lig ik veilig. Misselijk, draaierig, kotsend, maar warm en vrij immobiel.

Hoe laat gaat dit nog duren...

En 8....
En 9...

Ondertussen brengt de lieve Elodie me telkens weer zakjes aan en knoopt ze daarna als een goede verpleegster netjes dicht en gooit ze voor me weg.

Ook haar vriend blijkt over het dek heen te hangen.

Ik probeer zo weinig mogelijk te denken.

"Nog 20 uur, nog 20 uur, Nath, volhouden. Positief blijven denken en enkel aan morgen denken.
Morgen ben je in Mindelho. Morgen wordt het leuk. Hier moet je even door. Dit is enkel "un mauvais moment a passer". Nog 20 uur, nog 19 uur, nog 18 uur..."

We gaan de nacht in. Het wordt een lange nacht.

Nog 9 uur,  nog 8 uur....
De uren glijden traag voorbij.

6,5,4 ....3,2,1

Eindelijk is het zover.

De eerste zonnestralen en de masten van de zeilboten in de haven van Mindelho begroeten ons.

We zijn er geraakt, oef.
Lichter, bleker, maar veilig en uitgelaten.


Mindelho... de stad van Cesaria Evora
Mindelho... de stad van de mooie koloniale Portugese huizen
Mindelho ...de stad van de muziek en de artiesten

Ik lach.




















zondag 9 november 2014

Een vleugje lokaal organisatorisch talent

Camperen

Het is weekend. Rosy heeft me uitgenodigd om een weekend te gaan camperen in een baai verderop in de bergen, met Evelyn en een 15-tal binken.

Uiteraard heb ik dat mooie aanbod niet geweigerd.

Meeting point om 14h00 bij Rosy.

Gezien tijd hier een heel rekbaar begrip is, maak ik me niet te veel zorgen dat ik een kwartier te laat ben. Gepakt met water, een slaaplaken, warme kledij en toiletgerief vertrek ik naar de plaats waar we met allen hebben afgesproken.

Bij Rosy aangekomen staan er al een paar stoere mannen te wachten, uitgerust met vislijnen, water, rijst en een grote glimlach. De sfeer zit goed. We wachten nog een dik uurtje tot iedereen is verschenen en stappen dan in een aluguer.

Dit is de lokale taxi, met overdekte laadbak waar je achteraan in moet klimmen om vervoerd te worden. Wil je stoppen, fluit je even naar de chauffeur vooraan en deze stopt. Betalen doe je door het geld door te geven via de andere passagiers tot het bij de chauffeur aankomt. De ritten zijn spotgoedkoop en de laadbak is buiten de passagiers meestal volgestampt met grote potten gevuld met vis of vlees, manden vol met fruit en bakken die uitpuilen van de zelfgebakken koekjes, en dit allemaal om te verkopen op de lokale markt. Je zit er steeds lekker knus op elkaar.




De aluguer puilt al uit van al het campeermateriaal, we moeten klauteren om in de laadbak te geraken, tussen de tassen, de drinkflessen en de zakken met rijst. We zitten tegen elkaar geklemd en sommige mannen hangen zich achteraan vast aan de achterkant van de wagen, omdat er geen plaats meer is in de laadbak,  zelfs niet meer voor een vlieg.

Maar weg zijn we.

Na 5 minuten fluit een van de bende. We stoppen bij een huis en wachten geduldig tot hij weer verschijnt met een grote pot vol gemarineerde vis die we ergens een plaats proberen te geven in de al overvolle wagen. Het lukt nog net en we rijden verder.

Vreemd, waarom rijdt de chauffeur deze straat in, terug naar de marktplaats?  Dit is niet richting bergen. Hij stopt de wagen even en een andere bink stapt uit. Deze keer moeten we 10 minuten wachten maar hij komt terug met een gigantische legertent, op het hoofd. ªWaar gaan we die nog stekenª, is mijn eerste gedachte. Maar ook dit lukt miraculeus.

En weer rijden we verder, om weer even verder te stoppen op het fluitsignaal van een andere uit de laadbak. De chauffeur begint ongeduldig te worden, merk ik. Hij wil kunnen doorrijden. Deze keer wordt een voetbal het doel van de pitstop.

En zo stoppen we nog minstens 10 keer, voor een ditje, een datje, een zuske en een zo. We hebben ondertussen al 5 keer het dorp rondgereden en zijn al 2 uur maar geen 100 meter verder.

Uiteindelijk lukt het ons toch om echt te vertrekken, de hobbelige weg op, de bergen in.
Na een ritje van 3 kwartier stopt de taxichauffeur en moeten we noodgedwongen uitstappen. de weg is hier te smal en te onvast geworden. De auto kan niet verder. We moeten te voet.

Ik kijk naar al de uitrusting die we net hebben uitgeladen en nu op de grond ligt en tel het aantal handen dat dit allemaal op een onstabiel bergpadje zal moeten dragen. De verhouding zit niet goed, dat zie ik meteen.

Hoe gaan we al dit materiaal mee krijgen.....





Het is nog zeker een uur wandelen naar de campsite en het bergpad gaat steil omhoog en omlaag, is zanderig, slipperig, vol rotsen en onstabiel. We gaan moeten klimmen en glijden, dit wordt geen makkie.

Ik kijk naar mijn schoeisel. Versleten flipflops, die heb ik aan. Slim, Nathalie. Erg slim.

Ook Rosy en Evelyn kijken bedenkelijk naar het landschap voor ons.


Er wordt wat heen en weer gediscussieerd, maar de oplossing is simpel. Onze 15 binken blijken niet alleen erg stoer en knap, maar ook ontzettend sterk en behendig. Ze beladen zichzelf met de loodzware tent, de potten, de dozen, de flessen,.... op het hoofd.


En hup, we zijn weer weg. 

Ik neem aan elke hand een fles van 5 liter water, mijn schoudertas zit hevig in de weg, maar al glijdend, puffend, klimmend en hijgend bereiken we na een zware tocht dan toch de campeerplaats.

Ik geloof mijn ogen haast niet, het is hier prachtig.


Het is bijna valavond, dus we moeten snel de tent opzetten. Ook dit gebeurt op de lokale  gedesorganiseerde chaotische manier.






Iedereen doet mee, iedereen roept wat bevelen door elkaar en we trekken en sleuren aan de touwen, knopen de binnentent vast, steken de pieken in de grond en verstevigen het geheel met grote stenen.

Het weekend kan nu echt beginnen.

En het moet gezegd, dames, We werden in de watten gelegd. Onze 15 mannen hebben gedurende 2 dagen het vuur aangestoken en aangehouden, gekookt en gevist, cuzcuz en rijst gemaakt. 
Niets kwamen we te kort.

Met muziek op de achtergrond, spelen in de golven van de zee, of met een boek naast de tent, languit op een handdoek, met steeds een buik vol lekkers.

Ik kijk naar de sterren en glimlach....



















Estelle, mijn nieuwe hartendief


Mag ik u voorstellen aan Estelle.

Deze kleine straatpuppy lag 3 dagen geleden uitgehongerd en uitgeput op het straat te sterven. 

Die dag had ik kennis gemaakt met een Frans koppel dat 2 weken vakantie genoot op een zeilboot in de baai van Tarrafal. Het was hun eerste ervaring op een kleine boot en ze hunkerden naar een normaal bed, wat ik hen in mijn appartement met veel plezier aanbood.

Onderweg naar de supermarkt voor wat water zagen we dit klein mormel op de straatstenen liggen, mager, vuil en in zeer slechte staat. Zonder nadenken nam ik het beestje in mijn armen en we beseften dat het dier dringend nood had aan verzorging. 

In de supermakrt kochten we het nodige voor haar (het is een vrouwtje), onder de vorm van geconcentreerde gesuikerde melk en brachten het mee naar mijn appartement.

Het beestje was zodanig onderkomen, dat de melk een cadeau uit de hemel bleek.
Na een half bordje, wikkelde ik het in een dekentje en namen we het mee naar het restaurant waar we die avond hadden afgesproken.

In de war maar toch enigszins opgelucht, bleef ze op mijn schoot zitten, de hele avond lang en dronk uit mijn glas water alsof het de laatste keer was dat ze iets zou krijgen.

Ze overleefde de nacht in mijn armen en de volgende dag nam ik haar overal mee, in een doek gewikkeld, met water en melk op zak.

We zijn nu 2 dagen later en deze kleine puppy heeft zich al ontwikkeld tot een prettig gestoord hyenaatje, keffend en bijtend,  heen en weer springend met pretoogjes als een echte grote, om dan 2 minuten later wenend aan te komen rennen als ze me kwijt is gespeeld.

Ik gaf haar de naam Estelle (naar het lokale Strella bier).

Voor haar geen gecondenseerde melk meer, maar vis en kip dat ze met huid en been verslindt als een echte straathond.





Sorry papa, deze keer kom ik niet op blote voeten naar huis met een emmer schelpen maar ....



dinsdag 4 november 2014

De Kaapverdische man

De Kaapverdische man dient toch enige aandacht te krijgen in deze blog.

Dames, lees dit goed, want ik heb deze informatie uit eerste hand, uit verschillende betrouwenswaardige getuigenissen en rechtstreekse bronnen.

De gemiddelde Kaapverdische man is een bink. Groot, slank, sterk en gespierd. Ze stralen pure mannelijkheid uit en tonen met veel plezier hun sixpack.

Dit knappe lijf hebben ze niet alleen te danken aan moeder natuur, maar sport, een gezonde natuurlijke voeding, water, weinig alcohol en weinig sigaretten maken deel uit van hun dagelijkse dieet. Ze zijn ijdel en letten op hun uiterlijk. Ook het zware werk in de visserij of de landbouw maakt van hun lijf een tempel waar ze trots op zijn.

Om hun schoonheid nog meer in de verf te zetten, zullen ze ongegeneerd op elke vrije plek op het strand of in de straten zich zelf push-uppen, optrekken, ...

Bovendien zijn ze naar vrouwen toe erg galant, en laten ze je niet toe om bv nog maar enige zware last te dragen. Letterlijk dan.

Maar dames,.... vooraleer jullie en masse het vliegtuig nemen om jullie deze adonissen eigen te maken : weet hetvolgende.

Deze knapperds komen met een zeer slechte reputatie:

De Kaapverdische man staat inderdaad bij de Europese vrouwen gekend als een onmogelijk moeilijke man. Hij is eigenzinnig en eigenwijs, komt en gaat wanneer het hem past, is autoritair en houdt er ouderwetse waarden op na binnen een relatie.

Menig Kaapverdische man zal bijvoorbeeld niet toelaten dat zijn vriendin in het openbaar rookt of een pintje drinkt.

Hij houdt van drama maar niet van verantwoording. Toch is hij zelf heel jaloers en houdt hij zijn vriendin nauw in het oog.

Bovendien ziet hij de relationele trouw als een detail in een contract waar lichtjes overheen kan worden gegaan, zonder te veel heisa.

Mannen wonen hier vaak apart van de vrouwen met de kinderen.

Het moet plezant blijven, denk ik dan in hun plaats.

Dus zoetje, geen paniek. Ik blijf er alvast van af.

En dames, u weze gewaarschuwd. Proeven mag, maar op eigen risico!


Voor de culinaire fijnproevers : Cuzcuz

Cuscuz

Cuzcuz is niet wat wij kennen onder de couscous van Noord-Afrikaanse afkomst gemaakt van tarwegries

Neen, cuzcuz is een recept gemaakt op basis van maismeel, dat fijn wordt gestampt en gezeefd, vervolgens wordt er water of melk aan toegevoegd en gemengd tot een pap. Voor de zoetekauwen wordt er suiker en cinnamon aan toegevoegd.

Dit mengsel wordt in een speciale beboterde pot  uit klei (de binde) gedaan en op een kampvuur bereid.




















Het resulaat is een cakeachtige substantie die in stukken wordt gesneden, beboterd en opgediend met een glas melk en overgoten met honing

Het werkelijk heerlijk en past in een tarwevrij dieet!

Miaammsssss

64027_gallery.jpg







Rosy van de cocktailbar en Evelyn

Dag mijn lezers,

Mag ik jullie voorstellen aan een paar atypische personen waarmee ik mijn tijd soms doorbreng:


Rosy Culotta

Of het haar echte naam is, daar kan men aan twijfelen. Rosy is een Italiaanse uit Firenze. Ze ontvluchtte de slechte Italiaanse economische situatie en vestigde zich hier in Tarrafal 1 jaar geleden.
Ze verdient haar brood (of moet ik hier zeggen "vis") door cocktails te verkopen op het strand aan
200 escudos per drank, wat overeenkomt met 2 euro.

Haar bar is even breed als 2 bakken bier en rijdt op platte banden het strand op.

Het is een gevestigde waarde hier op het strand van Tarrafal. Rosy kent iedereen en doet met iedereen uitvoerige praatjes. Bij haar is het niet nodig om de taal te begrijpen, want haar lichaamstaal en hevige gebaren bij het praten maken woorden onnodig.


Haar local boyfriend maakt juwelen en ook deze probeert ze te verkopen. Bij haar geldt de regel: "tranquille e mas fish": "op is op" en als ze geen zin meer heeft en genoeg centjes voor de dag heeft verdiend, doekt ze gewoon haar kraampje op.

Kleine nota : "fish" betekent hier "goed" en wordt gebruikt als locale begroeting.
"sta fish?" (alles goed?)
"sim, fish, sta dret" (ja hoor, alles goed)
"A bo, e modi?" (en hoe gaat het met jou?)
"tut e bon" (alles gaat goed)

En daarbij moet je rechtervuist tegen rechtervuist klinken en met je rechtervuist vervolgens even je hart aanraken.

Je moet je niet vragen hoe verwarrend ik het eerst vond om overal aangesproken te worden met "fish,fish":....." Wat hebben ze toch met die vis?"
Nu weet ik uiteraard beter en vrees ik niet meer dat iedereen die me begroet me beleefd uitscheldt voor rotte vis.

Evelyn de masseuse

Hier heb je Evelyn,uit Oost-Europa (haar exacte thuisland kan ik me op dit moment niet herinneren).
Ze woont voorlopig nog samen met Rosy. Ze delen een appartementje waar in de keuken zeker 3 kommen en 2 borden te vinden zijn. De gasten moeten ofwel zelf hun eetgerief meebrengen, ofwel wordt er simpelweg met de handen gegeten.

Evelyn werkt als masseuse voor de locale toeristen. 1 massagebeurt duurt 1 uur en kost 20 euro. Haar klanten rondselt ze meestal in het King Fisher Resort, het enige prijzigere hotel in dit dorp.
Achteraan haar hoofd, heeft Evelyn verschillende dreadlocks groeien. Die zijn er gekomen nadat ze haar kam was verloren en geen zin meer had om er een nieuwe te kopen.

Ze spreekt goed Engels en gaat binnenkort haar eigen stekje huren. Laten we zeggen dat de capriolen van de local boyfriend van Rosy daar iets mee te maken hebben, maar over de local boys spendeer ik met veel plezier een volle nieuwe pagina.

Dit weekend ben ik met deze dames en 15 andere binken gaan camperen, maar ook daar vertel ik jullie later meer over.


maandag 3 november 2014

Voor de kookliefhebbers Catchupa, het recept




Catchupa is een van de bekendste traditionele recepten van Cabo Verde en een echte lekkernij. Het komt in heel veel verschillende variaties voor, als schotel of als soep. En de ingredienten hangen af van de locale oogst. Vis, vlees, bonen, ... wat er voorhanden is, wordt gebruikt.

Maar hier alvast het recept dat ik zelf geprobeerd heb, en geloof me, het is hemels.

Ingredienten

300 gram mais
150 gram bonen mix (rode, witte, kleine, ronde, dikke,...)
150 gram gezouten varkenvlees, op voorhand geweekt
100 gram bacon
500 gram verse tonijn of 2 gebakken eieren
2 tomaten
2 worsten
2 cassava (zie foto)
2 zoete aardappelen
2 wortels
150 gr kool (Kale - zie foto)
2 ajuinen
Peterselie, look, pepers, gedroogde kruiden




Kale





Cassava


Bereiding

De dag voordien laat je de mais en de bonen weken in water. In een andere pot laat je ook het gezouten varkenvlees weken.

Wanneer je start met koken, kook je de mais, de bonen, het gezouten varkenvlees, de bacon en de kale in proper water in een grote presspot.
Voeg kruiden en 3 teentjes look toe.
Bak de worsten in de pan, met olie, ajuinen en de pepers. Snij de tomaten in blokjes en voeg toe samen met 2 teentjes look.

Laat het geheel sudderen,

Wanneer de bonen en de mais zacht zijn, voeg je de gebakken worst met ajuin, tomaat en pepers toe.

Voeg nu ook een voor een de overige groenten toe, wortel, cassava, zoete aardappel, in deze volgorde, van hard naar zacht.

Laat het geheel sudderen tot de groenten zacht zijn geworden. Voeg vervolgens naar smaak zoet en peterselie toe.

Serveer het met vers gebakken tonijn of 2 gebakken eieren in de pan.

De volgende dag worden de kliekjes in de pan gebakken en opgediend bij het ontbijt.

Smakelijk allemaal!!!

En als je geen zin hebt om te koken, elk klein restaurantje hier serveert het voor minder dan 2 euro.....






Mijn trouwe viervoeter Florentina



Mag ik jullie voorstellen . Dit is Florentina, mijn trouwe viervoeter.

Ze woont op het strand van Tarrafal samen met vele andere strandhonden, waar ze leeft van restjes die de toeristen haar toewerpt.

De concurrentie tussen de honden voor wat voedsel is groot, vechten om voedsel hoort bij haar dagelijkse bezigheid. Omdat ze klein en freel is, verliest ze vaak het gevecht en deinst ze al snel terug voor een grotere bullebak die het gemunt heeft op haar dagelijkse portie.

Ze heeft menige bijtwonden en mankt. Het arme schurftige schaap heeft in augustus mijn hart gestolen en in ruil voor dagelijkse restjes bewaakt ze mijn zwemtasje op het strand als haar eigen kroost. En loopt ze gewillig achter me aan, het dorp in. Mijn lieve Florentina.

Straks ga ik weer naar het strand voor mijn dagelijkse zwembeurt. Een enkel fluitsignaal en ik zie haar al aandraven.

Het is dus hoog tijd om eerst nog even naar de winkel te gaan voor wat worstjes en brood.








Koekjes van karton







Zie hier de nationale lekkernij van Cabo Verde, de piquinote.

Dit koekje kan je in elke winkel overvloedig vinden en mag nooit ontbreken op de lokale feesttafel.

Het wordt gemaakt van tarwe en water en smaakt letterlijk naar ... NIKS.
Een vleugje karton op een bodem van oud brood voor de fijnproevers.

Ook de Kaapverdiers vinden niets lekkers aan dat koekje, maar toch blijft het deel uit maken van hun culinaire assortiment, en met trots....

????

Tarrafal, mijn appartement en haar rariteiten

De dag na mijn aankomst in Praia, staat Fabrice , mijn trouwe taxichauffeur , me op tijd en in een blinkende auto op te wachten voor een 2 uur durende tocht door de bergen en de valleien, door onherbergzame  wegen en verlaten dorpen naar mijn eindpunt  Tarrafal.

Hier verloor ik vorige zomer mijn hart, hier wil ik terug naartoe.
Tarrafal is een vissersdorpje helemaal ten noorden van het Ilha De Santiago, met een paar mooie witte stranden , steile rotsformaties, surfspots en voor de rest ... NIETS.




Hier valt, naast het vissersgebeuren, echt weinig tot niets te beleven. De kunst van het niets doen. Het is niet een ieder gegeven, maar hier zijn ze er heel bedreven in. Ik sta steeds vol bewondering te kijken naar deze mensen die heel de dag niets kunnen doen; en dit zonder enige vorm van verveling of frustratie.


Ik voel nog snel eens aan mijn loodzware bagage gevuld met boeken en schrijfmateriaal. Oef, ik heb ze nog.

 Ik huur een verdieping van een groter huis dat behoort tot een Parijse Creoolse groottante. Haar zus woont op het gelijkvloers met haar 6/7/8 (?) kinderen en 1/2/3 (?) kleinkinderen. Elke keer zie ik nieuwe gezichten, nieuwe snotneusjes, en hoor ik nieuwe babykreten. Ik heb geen idee hoeveel ze nu in totaal daar wonen.

Mijn appartementje bestaat uit een sombere living die ik niet gebruik, een kamer, 1 keuken zonder werkend licht en 2 badkamers. Waarom 2 badkamers? Ik heb me suf gezocht achter een mogelijke verklaring voor deze luxe, maar mijn theorie is de volgende: gezien de schaarste aan water en de mathematische spreiding  van risico door vermenigvuldiging, denk ik dat de bouwers er van uit gingen dat hoe meer kranen ze plaatsten, hoe groter de kans bestond dat er effectief water door een van haar leidingen zou stromen... of zoiets...
Het is dus elke ochtend en avond van de ene badkamer naar de andere lopen voor een werkend toilet, een douche met water, of een lopende kraan.

Ook het kapotte licht in de keuken deert niet, daar ik door mijn landlady telkens weer word verwend door lokale specialiteiten uit eigen keuken : nu eens een bordje maiskolven, dan weer een kom ontbijtcouscous met verse melk, (recept volgt later) of wat rijst met groenten. Telkens met een even grote glimlach en een andere peuter op de arm. Na een paar dagen slaag ik er toch in om met haar enkele woorden uit te wisselen.



Aan de overkant is er een bar (lees een eetkamer met drankgelegenheid) en tv. De bewoners van de straat nemen ‘s avonds hun stoel en zetelen zich gezamenlijk voor de enige tv van de straat.

Wanneer daar de elektriciteit uitvalt, komen de jongens aan mijn balkon vragen of ze mogen aftappen vanuit mijn badkamer  zodat ze beneden toch kunnen verder kijken naar hun plaatselijk entertainment.

In ruil hiervoor klimt er steeds een behendige lenige jongeman gewillig over mijn balkon wanneer  ik weer de deur in het slot heb laten vallen van de grote ijzeren deur op de benedenverdieping die toegang geeft tot de trap naar de andere verdiepingen waaronder de mijne.  Het slot waarvan de sleutel al jaren onvindbaar is en een kopie maken niet tot de opties behoort.

Zij klimmen en openen de deur, zij mogen aftappen..; We hebben een eerlijke deal, lijkt me. Onbesproken maar daarom niet bestaand.

 Aan een wekker heb je hier ook geen boodschap. Voor het ontluiken van de eerste zonnestralen word je willens of niet gewekt door een luid gekakel van concurrende kemphanen die om ter luidst de dag en de vrouwelijke specimen op de naburige daken begroeten.

Hier ben ik jullie  misschien een woordje uitleg verschuldigd: menig Kaapverdiër hangt deels af voor zijn dagelijkse voeding van eigen kweek van groenten, bonen en dieren (varkens, kippen, geiten, hanen,...).
Hiervoor bewerken ze meestal een stukje grond buiten het dorp. Enkelingen beschikken echter niet over dit extra stukje grond maar behouden zich toch het recht om dieren te houden.

In het dorp is dit echter niet overal toegelaten, zeker niet in het centralere gedeelte.  Om die reden, houdt de Kaapverdiër zonder lap grond zijn dieren op het dak van zijn huis, clandestien, door iedereen geweten en gehoord, maar werkelijk en zonder risico van boete of andere politieactie. Die hebben het te druk met het versieren van de lokale bloemetjes of de nieuwe toeristicas.


Geen haan die er om kraait dus, alleen de mijne dan aan mijn raam, elke ochtend bij het apegapen...


Slaapwel allemaal!